Donderdag 27 juni 2019 werd er vanuit het project Notenbomen als toplaagverbeteraar een excursie georganiseerd bij de hazelnotenboomgaard van Harm Tuenter. Er waren 2 instapmomenten: `s middags één en `s avonds één. Beide momenten werden goed bezocht: er waren zo’n 15 personen per keer aanwezig. Het publiek was divers, maar had één grote gemene deler: interesse in notenteelt en het aanplanten van notenbomen op eigen terrein.

Stimuleren van notenteelt in Nederland
Ton Baltissen, projectleider en voorzitter van de notenvereniging, trapt de excursie af. Hij geeft een korte uitleg van drie notenteeltprojecten die in Gelderland spelen. Het project Bufferstroken 2.0 focust op het inrichten van de opvangstrook tussen weiland en sloot met notenbomen. Onlangs zijn 10 jaar oude hazelaars vanuit Limburg verplaatst naar drie bedrijven in Gelderland, waar ze in een bufferstrook geplaatst zijn. Dit project is bijna afgerond. Het tweede project is Noten4Gelderland, dit project heeft 3 concepten ontwikkeld hoe men vanuit het huidige bedrijf naar een bedrijf met notenteelt kan ontwikkelen. In het project is een routekaart ontwikkeld, die de verschillende stappen laat zien om met notenteelt te starten in je bedrijf. Met name de voorbereiding en het begin is belangrijk: wat is je bodemsoort en welk ras past daar het beste bij? Wat past het best in je bedrijfsvoering? Wanneer een melkveebedrijf notenbomen inpast in haar bedrijfsvoering kan het wenselijk zijn om een ras te kiezen dat later in het blad komt. Hierdoor kan er nog een goede eerste snede worden geproduceerd. Daarnaast zijn in dit project drie mogelijke concepten ontwikkeld en uitgewerkt voor notenteelt in het bestaande bedrijf:

  • Leisure farm: bijvoorbeeld een voedselbos
  • Sustainable farm: notenteelt naast het hoofdproduct, bijvoorbeeld bij akkerbouwbedrijf of melkveehouderij
  • Production farm: volvelds, alleen noten als gewas

Het derde project is Notenbomen als toplaagverbeteraar. Dit project onderzoekt of notenbomen de bodem verbeteren. Bij het excursiebedrijf zijn veel bodemprofielen gegraven en grondmonsters genomen. Verbeteren de wortels van notenbomen de toplaag? En zo ja, in welke mate?

                            

Marktvraag
Is er een markt  voor hazelnoten? Ja zeker! In Europa is er een grote markt, de huidige hazelnoten komen allemaal uit het buitenland. Om aan de vraag van grote bedrijven te voldoen zijn honderden hectare nodig. Dat zal in Nederland niet lukken, maar als streekproduct is er zeker een vraag naar Nederlandse of zelfs de Gelderse noot.  De huidige notentelers  organiseren hun afzet zelf. Notenteelt in Nederland biedt veel potentie. De  consumptie en import van noten is de afgelopen 10 jaar enorm gestegen. Zeker doordat noten zijn opgenomen in de schijf van 5, maar ook als alternatief van dierlijke eiwitten staan noten als plantaardig eiwit in de belangstelling.

Hazelnotenboomgaard ‘t Joostenhuus
Harm Tuenter is eigenaar van de hazelnotenboomgaard ’t Joostenhuus te Breedenbroek. Dat Harm een zeer inspirerende leraar moet zijn geweest blijkt in het eerste gedeelte waar hij de aandacht van de aanwezigen elke minuut erbij heeft. Na zijn inleiding leidt hij de aanwezigen rond over zijn bedrijf.   Van opkweek van jonge bomen tot drogen en schonen bij de oogst. Alle machines staan demonstratief klaar om te laten zien hoe hij zijn werkzaamheden uitvoert.

             

Historie

Harm is op deze boerderij opgegroeid, hij is de elfde generatie Tuenter op deze plek. Destijds had zijn vader een gemengd bedrijf, maar geen van de broers en zussen van Harm wilde dit bedrijf overnemen. Via een tijdschrift waar zijn vader lid van was, werd Harm geattendeerd op notenteelt. Daaropvolgend is Harm met een aantal andere geïnteresseerden begin jaren ’90 begonnen met een studieclub notenteelt. Met deze studieclub oriënteert hij zich op de teelt en verschillende rassen. Van deze groep zijn er nog 2 hazelnotenteler overgebleven.
Harm heeft momenteel 13 verschillende rassen staan, waarvan 5 rassen ‘op de proef’ zijn en 8 rassen goed bevonden. Harm geeft aan dat het bij het maken van een plan en het kiezen van rassen ook belangrijk is welk doel het dient. Sommige rassen heeft hij als bestuiver, niet voor de oogst.

Lage machinekosten door eigen creativiteit
Harm is opgeleid als smid en leraar in het technisch onderwijs. Op zijn 63eis hij met dat werk gestopt en richt hij zich volledig op de notenteelt. Zijn ervaring als smid en leraar in het technisch onderwijs komen in de notenteelt goed van pas. Hij heeft namelijk zelf alle machines voor de hazelnotenteelt ontworpen en gemaakt. Zo heeft hij zelf een notenkraker gemaakt aan de hand van tekeningen die hij op internet vond. Of blaast hij met de bladblazer de bladeren en lege noten uit de selectiestraat.
Er wordt gevraagd hoeveel hectare één persoon kan managen. Biologische hazelnotenteelt kost 150 uur per hectare, Harm schat in dat de gangbare teelt 80 uur kost per hectare.

Verzorging
Harm plant de notenbomen eerst in een plantbed en niet direct in het grote veld. Dat geeft voordelen qua kosten en planning. Daarnaast is het belangrijk om voor een open kroon te zorgen: 3 á 4 takken die de kroon vormen is het mooist. Qua ondergroei is het mogelijk om gras onder te zaaien, maar dat gaat ten koste van de productie van de hazelnoten. Inschatting van Harm is dat dit 25% minder productie oplevert. Dit is niet wetenschappelijk onderzocht. Daarnaast maakt gras het moeilijker om te oogsten. Wat betreft bemesting gebruikt Harm biologische rundveedrijfmest. Ook voor bemesting is het handiger om een zwarte strook te hebben in plaats van gras.
Eén keer in de drie weken gaat Harm met de tractor onder de bomen langs. Daarna maakt hij in juli de grond vlak en brandt hij het onkruid weg in de zwarte stroken. Wanneer het vervolgens in augustus (hondsdagen) regent, heb je mooie vlakke grond onder de bomen met de oogst.

Oogst
Harm droogt de oogst met een heater en een ventilator. Dat duurt zo’n 20 tot 22 uur.
De helft van de hazelnoten gaan als tafelnoten weg, de andere helft als kernen.

Ziekten en plagen
Harm kent in de hazelnoten geen ziekten. Er zijn twee plagen waar Harm last van heeft bij de hazelnotenteelt: de hazelnootboorder en de meikever. De hazelnootboorder is een lange snuitkever en komt in mei uit de grond om te paren. De hazelnootboorder legt de eitjes op het beginsel van de hazelnoot (de knop) en duwt vervolgens met haar snuit het eitje in de knop. Uiteindelijk komt er een larve uit het eitje die van binnen uit de kern van de noot eet. Om de hazelnootboorder in bedwang te houden gebruikt Harm een combinatie van maatregelen: met nestkastjes lokt hij vogels en roofspinnen, daarnaast kijkt hij naar de rassen. Harm geeft daarbij aan dat je niet te angstig moet zijn voor de hazelnootboorder. De uitval bij hem is niet hoger dan 10%.  

Aan de engerlingen van de meikever heeft Harm bij de aanplant in 2011-2013 een kwart van de bomen verloren. De larven vreten aan de wortels waardoor de bomen afsterven. Deze larven blijven 3 tot 4 jaar en boren zich 60 tot 70 centimeter in de grond. Harm hoopt door wat meer te beregenen in de periode dat de kevers eieren gaan leggen, hoopt hij dat ze het perceel te koud en te nat vinden, ergens anders hun eitjes leggen en dus op minder aantasting. Door één van de aanwezigen wordt de tip gegeven om kruidenextract te gebruiken: de meikever eet dan niet meer van de wortel.

Het ideale ras voor de teelt van hazelnoten bestaat niet. Hij plantte de rassen die in het hazelnootboekje van Wertheim aanbevolen werden. Op basis van het rassenoverzicht van Wertheim aangevuld door zijn eigen ervaringen stond Tuenter op de notenexcusie stil bij door hem aangeplante rassen als Butler, Hall’sche Riessen, Gunslebert, Lang Tidlig Zeller, Cosford, Corabel en Lange Spaanse. Naast productie zijn zaken als mate van vrije val (zonder omhulsel), nootkleur, kraakbaarheid en nootgrootte van belang.

Let bij aankoop wel op mogelijke tegenvallende raszuiverheid van geleverde planten. Zelf selecteert Harm in de eigen notengaard de bomen die in zijn ogen raszuiver zijn en goed produceren. Slechts een enkel ras zou hij niet meer aanplanten, maar elk ras past wel bij een afnemer.

Afsluiting
Bij de afsluiting van de excursie wordt de opgedane kennis van het publiek getest. Vanuit het project is een kalender ontwikkeld voor de verschillende activiteiten binnen de hazelnotenteelt. Deelnemers aan de excursie worden gevraagd om de activiteiten op de juiste plek te zetten. Het blijkt dat iedereen goed heeft opgelet, want de meeste activiteiten worden in één keer goed geplaatst.
                                       

Wilt u meer informatie over de projecten en de notenteelt, neem dan contact op met:
Ton Baltissen, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., 0612921072